Op de camping

Ze hadden een caravan en de kinderen sliepen in een grote tent. De kinderen gingen overdag in het bos spelen. Dan namen ze de bolderkar mee voor de heuvels, want daar konden ze dan vanaf racen. En als ze dan terug kwamen bij de tent waren ze doodmoe dus gingen ze maar meteen slapen. En als ze niet konden slapen dan gingen ze spelen met de zaklamp. Maar ze hadden niet door dat gewoon door de tent te zien was. Dus als de ouders kwamen kijken waren ze weer verbaast dat ze dat telkens wisten. Bij lekker weer gingen ze lekker varen op hun grote opblaasboot. Hier ging wel altijd een ouder mee. Voor Mien was dit een hele fijne tijd. Ze vind het jammer dat er nu geen caravans meer staan bij het Wolfsven. Nu zijn het alleen maar huizen. En daarom is de camping ook minder met elkaar in contact, want iedereen zit in zijn huisje en niet lekker voor zijn tentje.

Niek Wullems